skip to main content
Vleermuizen vliegen door de avondlucht.

Blinde stuntvliegers

6 maart 2025

Stel je voor: je vliegt met 100 kilometer per uur dwars door de binnenstad. Je duikt op topsnelheid onder een brug door, zigzagt over de grachten en draait razendsnel rond een straatlantaarn. En dat allemaal geblinddoekt. Voor honderden Amsterdamse vleermuizen is dat een doodgewone zomeravond. Waar zie jij ze vliegen?

In de wintermaanden houden vleermuizen zich stil. Ze hebben zich volgepropt en verstoppen zich in spouwmuren, bunkers in de duinen, of op de vliering van onverwarmde bedrijfsruimtes. Als het er maar vorstvrij en een beetje vochtig is, dan houden ze het daar wel uit tot april, als de eerste insecten weer tevoorschijn komen. En vanaf dat moment gaan ze weer foerageren, zoals stadsecoloog Peter Grubben het noemt. “Elke avond gaan ze uit eten in de stad, zagen we in ons onderzoek”, vertelt hij. “Op een warme avond kan een vleermuis wel 3000 muggen, motjes en kevers uit de lucht plukken.” Het onderzoek is uitgevoerd door een speciaal bureau, gespecialiseerd in natuurmetingen. Peter: “We wilden weten wat vleermuizen precies doen in de stad en waar ze vliegen, zodat we bij het werk aan de bruggen en kademuren rekening kunnen houden met hun vliegroutes.”

Welke vleermuis fladdert daar?

Op warme avonden zie je soms vleermuizen fladderen, maar alleen zichtwaarnemingen zijn niet betrouwbaar genoeg om zo’n vleermuisonderzoek te doen. De onderzoekers gebruiken zogenaamde bat detectors om de vleermuizen waar te nemen. “Die apparatuur verandert het ultrasone geluid van de vleermuis, zodat wij het kunnen horen. Zo weten we dat er elke nacht en vroege ochtend zeker honderd vleermuizen door de binnenstad vliegen. Gelukkig maken ze allemaal een ander geluid, zodat de bat detector ook kan vastleggen welke vleermuizen er rondvliegen. Het zijn voornamelijk dwergvleermuizen en ruige dwergvleermuizen. De naam zegt het al: ze zijn niet groot, ongeveer de maat van een muis. Het lijfje is maar 5 centimeter en ze wegen maximaal 8 gram. De spanwijdte van de vleugels is zo’n 18 tot 25 centimeter. De ruige dwergvleermuis is een paar centimeter groter en heeft meer en langer haar, vooral op z’n rug.”

Een vleermuis ligt op een witte doek. Hij laat z'n tanden zien.
Vleermuizen zijn niet groot, het lijfje is maar 5 centimeter groot. - Foto: Todd Cravens (Unsplash)

Niet erg aaibaar

Die gigantische oren, de opgevouwen vleugels, het kleine kopje met de opgetrokken neus en de zichtbare tanden: vleermuizen zijn niet echt aaibaar of knap. Daar is Peter het niet mee eens. “Ik vind ze fantastisch. Die prachtige vleugels bijvoorbeeld, zo dun en tegelijk heel sterk. Als ecoloog hou ik natuurlijk van alle dieren, maar met vleermuizen héb ik echt iets. Ik zag ze voor het eerst op een vakantie aan de Middellandse zee, toen ik een tiener was. En sindsdien voelen ze als een trouwe metgezel. Ze zijn er gewoon altijd en overal.”

Prettige vliegroute

Vleermuizen hebben slechte ogen, ze zijn vrijwel blind. Toch vinden ze feilloos hun weg in de stad zonder ergens tegenaan te vliegen. Dat doen ze met echolocatie: ze maken ultrasone geluiden in korte, snelle pulsen, die weerkaatsen op de huizen, kades, bruggen, bomen en andere objecten in de omgeving. Met hun oren vangen ze de weerkaatsingen op en nemen ze de omgeving waar. De grachten zijn prettige vliegroutes voor ze: weinig obstakels en genoeg dansmuggen en andere insecten om onderweg te eten. Worden bomen langs de gracht gekapt of bruggen aangepast, dan kan een vleermuis daarvan in de war raken: z’n route ziet er dan heel anders uit.

Vleermuizen zoeken het donker op, maar van kunstlicht hebben ze minder last. Soms zie je ze rond een lantaarnpaal fladderen, want daar zijn veel muggen. Peter: “We weten dat ze vooral van blauw en wit licht in de war raken, dat ziet er voor vleermuizen uit als een muur waar ze niet doorheen durven vliegen. En in het onderzoek merkten we dat de vleermuizen het wallengebied een beetje vermijden, vooral in het weekend. Door de drukte is het sonarbeeld onrustig. We denken dat ze niet op hun sonar kunnen vertrouwen door de geluiden en de bewegingen van alle mensen die daar een feestje vieren. Dan verkiezen ze de stille grachten en binnentuinen, die er in de binnenstad gelukkig ook zijn.”

Meervleermuis -

Bij verschillende projecten aan de bruggen of kademuren wordt onderzocht of er vleermuisverblijfplaatsen kunnen worden aangelegd, zodat de vleermuizen ook profijt hebben van onze werkzaamheden. Peter Grubben: “Verblijfplaatsen in een kademuur zijn misschien lastig, want de vleermuis zoekt het liever wat hoger, 6 tot 12 meter boven de waterspiegel. Mogelijk zijn er bij hogere bruggen of basculekelders van ophaalbruggen geschikte plekken te vinden. Dan kunnen we daar ideale overwinterplekken van maken.”

De binnenstad als jachtgrond

De uitkomsten van het vleermuisonderzoek laten zien hoe we de vleermuizen zo min mogelijk kunnen hinderen met onze werkzaamheden, legt Peter uit. Zo blijkt dat de vleermuizen geen voorkeursroute hebben, de hele binnenstad is hun jachtgrond. “Elke avond vliegen ze een andere route. Dat betekent dat de werkzaamheden in de hele stad op elkaar afgestemd moeten worden, om de vleermuizen niet in de war te brengen. Als we een brug afbreken, bomen kappen of veel grote machines op de gracht en de kade plaatsen, dan herkent de vleermuis de gracht misschien niet meer.” De bomen moeten zoveel mogelijk blijven staan, als je het aan de vleermuis vraagt. Niet alleen zijn het rustplekken om tijdens een drukke nacht even te hangen en bij te komen, ook zijn bomen een belangrijke broedplaats voor insecten, hun voedsel. “De hele binnenstad is hun fourageergebied, en dat moet zo blijven,” zegt Peter. “Vleermuizen zijn beschermde dieren, we mogen ze op geen enkele manier verstoren of verjagen.”

Deel jouw mening