skip to main content
Portret van Abdelhafid Faik

Elke dag agressie

7 november 2024

3

Of hij nou bij de werkzaamheden aan het Singel werkt, aan de Lijnbaansgracht of, zoals vandaag, aan de Hoofdweg in West: elke dag staat Abdelhafid Faik tegenover Amsterdammers die hem helemaal verrot schelden – soms zelfs erger. En toch vindt hij zijn werk als verkeersregelaar een prachtige baan.

Misschien is dit interview de mogelijkheid voor Abdelhafid Faik om uit te leggen wat het werk als verkeersregelaar inhoudt. Hoognodig, vindt hij. Want hij staat niet in zijn oranje hesje op de straat om mensen te pesten. “Als verkeersregelaars zorgen wij ervoor dat het verkeer veilig blijft als er werk op de weg is, zowel voor de mensen die het werk uitvoeren als voor verkeersdeelnemers. De meeste mensen begrijpen dat. Als er asfalt is weggeschraapt, is het wegdek ongelijk en daardoor gevaarlijk. Daar schuif je met je fiets zo onderuit. Of er rijdt zwaar bouwverkeer of een zwenkende kraan, of er worden bouwmaterialen over de weg gehesen. Als er dan een auto wordt beschadigd of er raakt iemand gewond, dan worden wij erop aan gekeken.”

Afwisselen bij stress

Een uur voordat zijn dienst begint, is Abdelhafid al aanwezig. Even praten met de collega-verkeersregelaars waar hij vandaag mee werkt, de plek waar hij gaat staan goed in zich opnemen en zich mentaal voorbereiden. Het werk als verkeersregelaar vraagt wat van je, weet hij. Hij doet dit werk nu 7 jaar, en coördineert tegenwoordig ook de planning en inzet van andere verkeersregelaars. “Beginners neem ik altijd even apart om te horen hoeveel ervaring ze hebben. Ik hou ze in de gaten, als ik stress zie bij ze, wissel ik ze af. Het is belangrijk om mensen goed te begeleiden in dit werk. Je moet alles van je af kunnen laten glijden.”

Meer dan een middelvinger

Het komt elke dag zeker drie of vier keer voor dat iemand totaal ontploft tegen een verkeersregelaar, vertelt hij. Niet alleen tegen hem, maar ook bij zijn collega’s. Middelvinger omhoog? Een scheldwoord? Daar kijkt hij niet meer van op. “Het gaat verder dan dat. Auto’s stoppen, de bestuurder komt naar je toe om vlak bij je gezicht tegen je te schreeuwen. Ziektes, je moeder, alles komt voorbij. Mensen die hard op je af rijden en vlak voor je pas remmen. En soms zelfs opzettelijk tegen je aanrijden.” Op de Stadhouderskade reed een automobilist deze zomer opzettelijk in op een verkeersregelaar, die meters werd meegesleurd op de motorkap. Vorig jaar reed een automobilist twee verkeersregelaars omver aan de Hoofdweg, waar Abdelhafid vandaag aan het werk is. Hij stroopt zijn broekspijp op om de littekens te laten zien van de scooter die een paar maanden geleden vol gas gaf, terwijl z’n voorband tegen de benen van Abdelhafid stond. “Hij reed telkens tegen me aan. Ik hield zijn stuur vast, maar de bestuurder wilde toch doorscheuren. Ik voelde eerst niet eens dat ik gewond was geraakt, ik was er alleen mee bezig dat deze scooterrijder niet door mocht rijden, want het was daar gewoon gevaarlijk. Mijn collega’s renden naar me toe en we hebben de politie gebeld. Maar de scooterrijder was al weg voordat de politie er was. Ik hoorde dat hij de volgende dag zijn excuses wilde aanbieden, uit angst dat ik aangifte zou doen, maar ik heb hem niet meer gesproken.”

Tien gele borden

Hoe je verkeersregelaar wordt? Na een turbulente periode in zijn leven zocht Abdel een rustig baantje. “Na een training van een paar dagen kun je als verkeersregelaar beginnen. Ik werd ingezet op een landweggetje in de polder. Er kwam af en toe een tractor voorbij, ik zag veel wielrenners en als ik een automobilist op de omrijroute wees, werd ik altijd vriendelijk bedankt met een zwaai of een knik.” Het contrast met de Amsterdamse binnenstad kon niet groter zijn. “Je merkt hier dat de mensen stress hebben. Ze zijn opgefokt. Ze passeren rustig tien gele bordjes waar op staat dat ze niet door kunnen rijden, om dan verbaasd te kijken als ze mij bij een hek zien staan. U moet omkeren, zeg ik dan, want u kunt hier niet door. Vooral taxichauffeurs en pakketbezorgers hebben daar geen geduld voor.”

Geen beschuitje

Maar voordat dit een negatief verhaal wordt over Amsterdammers met een kort lontje, moet Abdelhafid benadrukken dat hij veel vaker vriendelijke mensen spreekt. “Dat maakt dit werk zo mooi”, zegt hij. “Sta je in een gebied met winkels en restaurants, dan komen ondernemers meteen een praatje maken. Als we koffie willen, zijn we welkom. En even iemand helpen met oversteken, kletsen met buurtbewoners, het contact met de bouwploeg, prachtig.”

Verkeersregelaars onderling hebben een hechte band. “We hebben elkaar hard nodig. We moeten elkaar vertrouwen. En tegen iedereen die niet lekker in z’n vel zit, zou ik zeggen: kom eens een paar dagen als verkeersregelaar werken. Dit werk doet wat met je, je wordt er mentaal sterk van en je kweekt een dikkere huid. Kijk, verkeersregelaars zijn geen beschuitjes. We kunnen wel een stootje hebben. Maar we zijn wel mensen, elk met een eigen verhaal. Daar moeten alle Amsterdammers respect voor hebben.”

Deel jouw mening

Remi

Heel eerlijk? Met een oranje vestje ben je geen verkeersregelaar en hoeft niemand naar je te luisteren. Als je dan op de foto gaat, zorg dan dat je minimaal het officiële hesje van een verkeersregelaar (oranje van onder, geel van boven, met de reflecterende driehoek en reflecterende strepen) aan hebt.

Redactie

Beste Remi, Dank voor je reactie. Het klopt inderdaad dat Abdelhafid hier niet het officiële hesje voor verkeersregelaars draagt, scherp opgemerkt! Op de dag van het interview was hij met andere zaken bezig, namelijk het aanbrengen van markeringen. Maar we wilden hem natuurlijk wel op de foto zetten, om een gezicht bij zijn verhaal te laten zien. Dat verhaal blijft wat ons betreft belangrijk om te vertellen. Volgende keer zijn we strenger op de details. De redactie

Lian

Dank je wel Afbelhafid dat jij zorgt dat we veilig naar ons werk kunnen. Goed verhaal. En knap dat je ondanks al die rottigheid plezier in je werkt hebt en in weer en wind aan het werk bent.

Petra

Wow, indrukwekkend verhaal. Allemaal mensen met een eigen verhaal. Gewoon een beetje lief zijn voor elkaar helpt.