Speuren in de archieven
Archiefonderzoek naar onze bruggen en kademuren is niet alleen belangrijk voor het in kaart brengen van het verleden. Het helpt ook bij werkzaamheden in de toekomst, weet informatiespecialist Jan Willem Schilt.
Door de eeuwen heen zijn de bruggen en kademuren constant gerepareerd, hersteld en vernieuwd. Dat ging niet altijd even consequent en gestructureerd. De technische omschrijving van bouwwerken staat in zogeheten bestekken. “Maar in die bestekken zie je vaak niet eenduidig terug wat er werd gebouwd of hersteld”, zegt Jan Willem. “Om een compleet en accuraat beeld te krijgen, moet je gaan speuren in de archieven.”
Op zoek naar informatie
Een team van informatiespecialisten, onder leiding van Jan Willem, inventariseert die archieven en combineert alle informatiebronnen om tot een samenhangend beeld van de situatie te komen. “Het probleem met bestekken is dat ze niet altijd kloppen”, legt Jan Willem uit. “En dan is veel informatie ook nog versnipperd geraakt door bijvoorbeeld reorganisaties of digitalisering.”
Jan Willem heeft zelf een achtergrond als historicus en archivaris op het Stadsarchief en hij heeft het archief van de Dienst Publieke Werken geïnventariseerd. “Dat is een belangrijk archief”, vertelt hij. “Het werd tussen 1920 en 1990 bijgehouden, en er staat ook veel informatie in over de perioden daarvoor, uit de 18e en 19e eeuw.
Je vindt er veel technische informatie en informatie over de omgeving, zoals informatie over funderingen van omliggende panden. Of informatie over waar kabels, leidingen of telecomkabels liggen. Maar je hebt wel het juiste besteknummer nodig om het goede bestek te vinden. Het probleem is dat bestekken niet thematisch zijn ingedeeld. Zo kan bestek 1 de onderbouw van een brug zijn, bestek 2 het kopen van turf, bestek 3 de aanschaf van hout en bestek 4 de vernieuwing van 200 meter kademuur. Met onze kennis en expertise lukt het dan vaak toch om het juiste bestek op te diepen voor de informatie die we nodig hebben.”
Puzzelstukjes leggen
Dan moet je nog wel nog weten waar je moet zoeken. De bestekken zijn niet altijd aanwezig, of op onlogische plekken gearchiveerd. “In het begin hielden we in het stadsarchief hele strooptochten op zoek naar informatie. Zo’n zoektocht was niet altijd even eenvoudig. Na verloop van tijd begin je wel patronen te herkennen en leg je de puzzelstukjes makkelijker op z’n plek”, zegt Jan Willem. Die puzzelstukjes bestaan naast bestekken ook uit tekeningen, berekeningen, inspecties, nieuwsberichten, dagboeken en foto’s.
Na ruim 4 jaar speuren hebben de informatiespecialisten de basis goed op orde. Over de meeste bruggen en kademuren wisten zij belangrijke informatie op te duiken en te categoriseren: “Bijna iedere patiënt heeft nu een eigen dossier gevuld met informatie”, vertelt Jan Willem glimlachend. Dat is belangrijke informatie die helpt bij het stellen van een diagnose – het bepalen van de staat van een brug of kade. “En die bundeling van informatie vullen we ook aan met de onderzoeken en inspecties die we nu doen”, vertelt Jan Willem. Rapporten van duikinspecties, monitoring en archeologisch onderzoek komen allemaal in de dossiers.
Verrassingen onder de grond
We weten niet altijd van tevoren hoe een constructie in elkaar zit. Want wat als er geen bestekken of bouwtekeningen beschikbaar zijn? In het oude Middeleeuwse deel van de binnenstad, binnen de Singelgracht, is dat vaker het geval. En al is de documentatie op orde, de werkelijkheid wil nog wel eens anders zijn. Om inzichtelijk te maken hoe men in het verleden bouwde, is het van belang dat we archeologisch onderzoek doen.
Voor archeologen is het ideaal dat we soms een bouwkuip maken bij vernieuwingsprojecten. Zij hebben daardoor de mogelijkheid om die kademuur af te pellen, en te onderzoeken hoe die constructie is opgebouwd. Door systematisch archeologisch onderzoek te doen, kunnen we op den duur beter voorspellen hoe bruggen en kades door de eeuwen heen zijn gebouwd. Het geeft ons een beter idee van wat we in de stad tegen kunnen komen. En dat voorkomt bij de uitvoering van projecten verrassingen die vertraging en extra kosten kunnen veroorzaken.
Bruggen onbekend
“In het begin waren er 11 bruggen waar we nagenoeg geen informatie over hadden. Nu zijn dat er nog maar 2”, zegt Jan Willem. Om de geschiedenis van sommige constructies te achterhalen moesten de informatiespecialisten soms een klein mysterie ontrafelen.
De oude straten van Oost
Eind jaren ’80 startte Amsterdam met de herontwikkeling van de Oostelijke Eilanden, in de archiefstukken soms nog bekend als Nieuw-Oost. Daar hoorde een gloednieuwe brug bij: de Margaret Staal-Krophollerbrug (brug nr. 1940) aan de C. van Eesterenlaan. Deze brug verbond het nieuwe met het oude Oost. Maar er was bijna geen informatie over deze brug beschikbaar. De archieven raadplegen met een brugnummer leidde tot niets. En speuren naar de brugnaam gaf ook geen resultaat.
De specialisten wisten wel dat bij gebiedsontwikkelingen in Nieuw-West de dossiers vaak op een oud adres werden gearchiveerd. Een handig trucje om hier ook toe te passen. Wat bleek? De C. van Eesterenlaan had voorheen een andere naam: de Verlengde Veelaan. Door op dat adres te zoeken, wisten ze de ontbrekende informatie op te sporen.
De verwarrende geschiedenis van brug 194
Elke brug zijn eigen nummer. Dat systeem lijkt simpel en duidelijk genoeg. Toch blijkt er van alles mis te kunnen gaan. Zo ook bij brug 194, een overspanning van een fietspad aan de Ringdijk in Amsterdam-Oost. Bijna alle archiefstukken van de brug ontbraken. Het team vond wonderbaarlijk genoeg alleen documenten van een brug met hetzelfde brugnummer aan de andere kant van de stad. Maar die brug werd in de 20e eeuw al gesloopt.
Wat nu? De oplossing vonden ze bij de Kaap de Goede Hoopbrug (brug 256), pal naast brug 194. Beide bruggen – brug 256 en brug 194 – waren oorspronkelijk als één constructie gebouwd. Pas later werd de brug opgesplitst in 2 aparte delen met 2 verschillende nummers. Waarom dat is gebeurd, vertelt het verhaal niet. Gelukkig konden de specialisten nu wel de juiste documenten opsnorren.
Slimmer aan de slag
Het archiefonderzoek naar bruggen en kades is zo goed als afgerond. Met trots blikt Jan Willem terug: “Het waren intensieve jaren waarin we veel voor elkaar hebben gekregen.” En in de praktijk werpt dat al zijn vruchten af. “We dachten laatst bijvoorbeeld dat een brug aan de Amstel op hout was gefundeerd, maar toen bleek uit de archiefstukken dat er betonnen palen onder zaten. En onlangs plaatsten we aan de Kloveniersburgwal een damwand verder uit de kade, omdat uit de stukken bleek dat er resten van een oude stadsmuur liepen”, vertelt Jan Willem. Het zijn voorbeelden van hoe het toenemend inzicht ons helpt om efficiënter en gerichter te werken. Met de archiefstukken op orde zijn we beter voorbereid.
Bekijk ook
-
Kademakers van 1855Historie
-
Waterwarmte: de kracht van de grachtDuurzaamheid
-
Lassers op de grachtTechniek
1
Deel jouw mening