skip to main content
Doorkijkje van een brug bij de Reguliersgracht

Bruggenfamilies

10 oktober 2024

850 bruggen, 250 uur calculatie per brug, Rinske van Schooneveld rekent het even voor: als de gemeente berekeningen wil laten maken voor alle bruggen, dan gaan daar maar liefst 212.500 uur in zitten. Dat kan anders, dacht ze. Ze ging op zoek naar de overeenkomsten tussen de bruggen en kwam zo tot een praktisch overzicht van bruggenfamilies.

Rinske werkt al jaren als technisch manager bij de gemeente Amsterdam, de laatste vijf jaar bij het programma voor de aanpak van de bruggen en kademuren. Het ‘doorrekenen’ van bruggen heeft haar bijzondere aandacht. “We weten dat er slechte bruggen zijn, het is aan ons als programma om ze er zo snel mogelijk uit te vissen. We toetsen de bruggen op veel aspecten, om uiteindelijk te beoordelen wat de maximale draagkracht van een brug is. Een arbeidsintensieve klus, waar onze eigen specialisten en onze contractpartners zo’n 250 uur per brug mee bezig zijn.” Als we dat moeten doen voor alle bruggen in ons programma, zijn we daar veel te lang mee bezig, concludeerde Rinske. “De kosten rijzen daarmee de pan uit. We moeten de mensen vinden die dat kunnen doen, en de arbeidsmarkt is krap. Bovendien is het niet echt een leuke klus, dus voor het werkplezier doet het ook weinig goeds.”

Rinske van Schooneveld, technisch manager: "Bruggen doorrekenen met hele families tegelijk gaat sneller. En het is goedkoper." -

‘Geen brug staat alleen’

Een constructeur die bruggen berekent zal zeggen dat elke brug uniek is. Maar bij het lichten van de archieven ontdekte Rinkse dat sommige bruggen toch verbazingwekkend veel op elkaar lijken. Met behulp van een omvangrijk datamodel is ze de bruggen op basis van hun kenmerken gaan indelen in verschillende families. “Zo kun je ze per familie doorrekenen”, vertelt ze. “Dat gaat een stuk sneller.” In feite kijk je met deze aanpak naar het geheel van de bruggen in plaats van individuele bruggen. “We noemen dat een areaalbenadering, omdat je naar het hele areaal van bruggen in de stad kijkt.”

Families dus

Rinske heeft meer dan 10 verschillende families geïdentificeerd. En dan? “Van de bruggen in een familie maken we eerst een inventarisatie. We zetten de belangrijkste informatie over de bruggen naast elkaar. Dat is informatie over de constructie, de geometrie, het bouwjaar, en de hoeveelheid en het type verkeer waar de brug voor ontworpen is. Vervolgens analyseren we al deze informatie. Dit geeft al inzichten. Als een brug in de inventarisatie sterk afwijkt van zijn broertjes en zusjes, kan dat reden zijn voor wat extra aandacht.” De aanpak per familie verschilt, maar uiteindelijk worden voor elke familie specialisten aan het werk gezet om berekeningen of rekenmodellen te maken. Niet brug voor brug, maar voor een hele familie tegelijk. Rinske: “Zelfs bruggen waar bijna geen informatie over bekend is, kunnen onderdeel zijn van een familie. Door ze naast hun broertjes en zusjes te zetten weet je opeens een stuk meer.”

En nog meer families

Vaak wordt de familie gevormd door de verschijningsvorm van het brugdek. Zo is er de familie van de ‘verbundträger’ brugdekken, brugdekken met een bijzondere staal-betonconstructie die tot 1950 veel werden gebouwd. Ook bruggen op oude sluizen horen tot een familie, en alle bruggen met een houten paalfundering horen bij elkaar. Een andere bruggenfamilie is genoemd naar architect Piet Kramer, die tussen 1921 en 1947 ruim 200 bruggen ontwierp in de stijl van de Amsterdamse School. Rinske: “Die bruggen lijken niet alleen qua uiterlijk op elkaar, maar ook qua constructie. Piet Kramer werkte met een vast team van ingenieurs van de Dienst der Publieke Werken en dat is duidelijk terug te zien in de opbouw van de constructie van de bruggen.”

Het werkt en het groeit

De areaalbenadering werkt. Na anderhalf jaar zijn ruim 600 bruggen geanalyseerd, veel sneller dan gedacht. Het succes zit ‘m in de eenvoud, zegt Rinske. “Je hoeft geen constructeur te zijn om het principe te begrijpen.” Onlangs is de gemeente gestart om de fietsbruggen ook in families in te delen. En ook buiten Amsterdam is er veel interesse voor de areaalbenadering. In de Provincie Noord-Holland loopt een initiatief waar gemeentes en overheden verkennen of ze kunnen samenwerken in de aanpak van 14.500 bruggen. Rinske is er actief bij betrokken. “Het is bijzonder om de aanpak die we in Amsterdam hebben ontwikkeld te delen met onze buren en andere overheden.”

Deel jouw mening