skip to main content
Duitse soldaten bezoeken de dierentuin (foto: Spaarnestad Photo)

Een brug voor Sunier 

1 mei 2025

Artis was tijdens de oorlog een veilige plek in een onveilige stad, dankzij directeur Armand Sunier. Honderden Amsterdammers verstopten zich voor de bezetter in de dierentuin, bijvoorbeeld boven het leeuwenverblijf, in het apenhuis en onder de pinguïnrots. Als eerbetoon aan de doortastende directeur is een brug naar hem vernoemd. 

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de sfeer in Amsterdam steeds grimmiger. Maar in dierentuin Artis leek er niet zoveel aan de hand. De bezoekcijfers stegen, want een uitje naar Artis was even afleiding van de oorlogsellende. De dieren zagen er verzorgd en weldoorvoed uit, de tuin was rustig en kalm. Maar niets is wat het lijkt: in de dierentuin worden, onder het oog van de bezetter, honderden onderduikers verstopt. 

‘Begin van het einde’ 

Dat de dierentuin tijdens de oorlog een betrekkelijk veilige plek bleef, is onder andere te danken aan Armand Sunier. Hij werd in 1927 directeur van de Amsterdamse dierentuin, op een moment dat het met Artis ronduit slecht ging. De bezoekcijfers waren dramatisch laag en er was nauwelijks budget. Sunier haalde de banden met het gemeentebestuur aan en wist ze ervan te overtuigen dat er nieuwe dierenverblijven moesten worden gebouwd, zoals het terras voor de leeuwen, het kamelenveld en de apenrots. Sunier zag de oorlog  aankomen en hij was uitgesproken anti-Duits. Toen Hitler in 1933 aan de macht kwam, zei hij: ‘Dit is het begin van het einde, die vent is levensgevaarlijk!’ 

Sunier was afkomstig uit Zwitserland en sprak perfect Duits. Daar maakte hij handig gebruik van om met de Duitsers te onderhandelen. Zo regelde hij voor zijn oppassers een ontheffing voor de Arbeitseinsatz; hij toonde aan dat ze onmisbaar waren voor de verzorging van de dieren. Toch ontkwam Sunier er niet aan dat hij Rudolf Polak, de beheerder van de insectenverzameling, moest ontslaan. Toen Polak op transport naar een concentratiekamp werd gezet, zorgde Sunier er wel voor dat hij op een lijst van ‘onmisbare en waardevolle Joden’ kwam te staan. Die mensen konden worden geruild tegen goederen met landen als Zwitserland en Palestina. In de eerste bestuursvergadering na de bevrijding meldde de directeur: ‘De oud-beheerder van ons insectarium is in leven. Hij werd door de Duitsers weggevoerd, maar is nu in Zwitserland en maakt het goed.’ Ook de drie Joodse bestuursleden van Artis moesten ontslag nemen. Eduard Polak vluchtte naar Engeland, Robert May dook onder in zijn eigen huis en Emanuel Broekman pleegde zelfmoord, samen met zijn vrouw. 

Verstopt bij de ijsbeer 

Door de inzet van Sunier vonden naar schatting twee- tot driehonderd onderduikers in Artis een schuilplaats. Dat waren niet alleen Joden, maar ook jonge mannen die zich onttrokken aan de Arbeitseinsatz, de verplichting om in Duitsland te gaan werken. Ze verstopten zich op onwaarschijnlijke plekken, zoals de zolder boven de roofdierengalerij, in het nachtverblijf van de ijsbeer en op de zolder van het nachtdierenhuis. Verzetsman Henk Blonk vertelde: “Ik heb met oppasser Van Schalkwijk van het apenhuis gepraat. Hij zei: ‘Ga vannacht maar in het hok van de chimpansee’. (…) Het barstte er van de kakkerlakken. Ze liepen over me heen en hebben zelfs een stuk van mijn wenkbrauw opgevreten. In de kooi ernaast zat de gorilla Japie. Japie zat me de hele tijd door een gaatje in de wand te beloeren. Je dacht redelijk veilig te zitten, maar die aap verlinkte eigenlijk alles.” 

Onderduikers op strobedden boven het roofdierenverblijf (foto: Artis)
Onderduikers op strobedden boven het roofdierenverblijf (foto: Artis) -

Was er een razzia, dan vluchtten jonge mannen door de achteringang de dierentuin in. Oppassers legden een plank over het water rondom de apenrots, zodat ze zich in die holle rots konden verstoppen. “Door het water om de rots hadden de Duitsers natuurlijk geen erg dat er Joden zaten,” vertelt oppasser Van Schalkwijk. “De soldaten kwamen bij een razzia ook zelf de tuin in, maar wij werden vanuit het kantoor gewaarschuwd dat ze bij de entree stonden, zodat wij onze maatregelen konden nemen.” 

Kletsen met de Duitsers 

Een bekende onderduikster in Artis was mevrouw Duif van der Brink. Ze sliep in het wolvenhuis en overdag wandelde ze naar het apenhuis om wat te eten en te drinken te halen. Ze zat bijna altijd op het bankje voor het apenhuis, vertelt de oppasser. “Daar zat ze met alle bezoekers, ook met Duitsers, te praten. Ze hebben haar altijd met rust gehalten, niet wetende dat ze een Jodin was.” 

Beeldhouwer Arie Teeuwisse verstopte zich in het nachtverblijf van de ijsbeer. De beer moest ’s nachts buiten blijven, want binnen sliepen drie of vier mannen op houten schotten in het stro. “De hele dag stonden er suikerbieten op een kacheltje te koken. Dan aten we ‘s avonds de stroop op brood. Ik herinner we dat we ook eens een struisvogelei hebben gegeten en taai vlees van een oude karbouw die was doodgegaan aan een longontsteking.” 

Duitse soldaten bekijken het apenhuis (foto: Spaarnestad Photo)
Duitse soldaten bekijken het apenhuis (foto: Spaarnestad Photo) -

Stokvis voor de leeuwen 

Tijdens de hongerwinter raakten de voorraden van de dierentuin uitgeput. Fruit was helemaal niet meer te krijgen, dus de apen kregen in plaats daarvan witlof, boerenkool en spruitjes. Vogelzaad werd gemaakt van fijngemalen koekjes, levertraan en mieren, de leeuwen kregen zelfs stokvis te eten. Sunier stond ook oogluikend toe dat Artis-personeel af en toe wat te eten van het dierenrantsoen nam. In de oorlog werd een wisent geslacht, waar alle personeelsleden een deel van mee naar huis kregen. Ook kregen ze soms melk van de koeien uit de kinderboerderij, verdeelden ze het ei van een kasuaris en het vlees van een zieke karbouw, zoals Arie Teeuwisse al vertelde. Aan het einde van de laatste winter was de bodem van de voorraad echt bereikt. De graanzolder werd aangeveegd en van de restjes graan, zonnebloempitten en pinda’s werd brood gebakken. Dat brood werd ‘rattenkeutelbrood’ genoemd, omdat die er zeker in zaten. “Mijnheer, dat smerige rattenkeutelbrood heeft m’n leven gered tijdens de Hongerwinter,” zei een oppasser van de nijlpaarden na de oorlog tegen Sunier. 

Ook hongerige bezoekers wisten dat er in de dierentuin nog wel eens wat te halen viel. Kinderen probeerden stukjes brood uit de apenkooien te vissen. “Met kromme breinaalden en stokken met een spijker probeerden we boterhammen uit het berenhok te halen,” vertelt Cor Eijgenhuizen. “We moesten oppassen, want die beren konden flink uithalen.” 

Paniek 

Uit de administratie van Artis blijkt dat er in februari 1945 nog maar voor twee maanden voedsel op voorraad was. Ook voor de dieren kwam de bevrijding dus precies op tijd. Tijdens de oorlog waren verschillende dieren overleden – orang oetan Pim stierf aan dysenterie, net als chimpansee Tomy en gibbon Robbie, en in de laatste jaren van de oorlog overleden onder andere de nijlpaarden Mtoto en Bibi, en giraffe Lize. Maar dat had niet rechtstreeks met de oorlog te maken, in elke dierentuin overlijden jaarlijks een aantal dieren. Het enige officiële oorlogsslachtoffer van Artis is een konijntje, wat in de paniek na een bombardement op het Entrepotdok zijn pootje brak en moest worden afgemaakt. 

Artis-directeur Armand Sunier
Artis-directeur Armand Sunier - Foto: Spaarnestad Photo

Armand Sunierbrug 

Na de oorlog bleef Sunier bij Artis werken. Na zijn pensionering vertrok hij samen met zijn secretaresse, mevrouw Beijer, naar Baarn. Zijn vrouw weigerde van hem te scheiden en bleef in de directeursvilla bij Artis wonen. In 1974 overleed Sunier, 87 jaar oud. In 2020 werd een brug vlak bij Artis officieel naar hem vernoemd: de Armand Sunierbrug. Deze draaibrug, tegenover het zebra-verblijf, valt nauwelijks op doordat hij pal voor de grote basculebrug op de Entrepotdoksluis ligt. Juist die bescheiden plek maakt het eerbetoon zo treffend. Net als de brug werkte Sunier zonder op te vallen – en juist daardoor was hij van onschatbare waarde.

Op 4 en 5 mei organiseert Artis themarondleidingen over Artis tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op de site van Artis vind je meer informatie hierover.

Op 4 mei is in theater Frascati eenmalig de voorstelling Duif in Amsterdam uit 2023 te zien. Meer informatie vind je op Duif in Artis - Theater Na de Dam.

Bronnen: Oorlogsbronnen.nl, verzetsmuseum.org, Historiek.net, boek Overleven in de dierentuin, de oorlogsjaren van Artis en andere parken – Maarten Th. Frankenhuis

Deel je mening