Zo mooi is een welfbrug
Tegen een brug op fietsen is ploeteren, eraf rol je moeiteloos. En terwijl je op de pedalen staat, denk je: waarom zijn sommige bruggen eigenlijk bol en andere plat? Frank Smit weet dat. Hij schreef het boek 'Bruggen in Amsterdam' en verschillende artikelen over Amsterdamse bruggen.
Die bolle bruggen heten eigenlijk niet ‘bolle brug’ of ‘boogbrug’, maar welfbrug. Ze hebben namelijk meestal een gemetseld gewelf, waar de brug overheen loopt. “Tot de achttiende eeuw had Amsterdam vooral welfbruggen,” zegt expert Frank Smit. Hij is architect en gek op bruggen, waarschijnlijk omdat hij een geboren en getogen Amsterdammer is die sommige bruggen al kent sinds hij leerde lopen. “Waarom er welfbruggen zijn, lijkt me duidelijk. Daar kunnen boten namelijk makkelijker onder door.”
Sterke mannen
Handig voor boten, maar niet zo praktisch voor vervoer over de weg. Zwaarbeladen karren konden begin vorige eeuw maar moeilijk de brug op komen. “Daarom stonden bij steile bruggen zogenaamde ‘kargadoors’,” vertelt Frank. “Sterke mannen, de mouwen opgerold, die karren en koetsen de brug op trokken.” Zo’n bruggentrekker had een stevig touw met een haak, die hij aan de kar kon vastmaken. Over zijn schouder legde hij een lapje leer, hij sloeg het touw over zijn schouder en sleurde de zware last naar het hoogste punt van de brug. Vergoeding: een paar centen.
Paarden redden het niet
In 1875 kwam aan veel welfbruggen een einde. De paardentram deed haar intrede in Amsterdam en die paarden kregen een volle tram niet over de welfbruggen heen. Frank: “Daarom heeft Amsterdamse Omnibus Maatschappij meebetaald aan het verlagen van verschillende bruggen. Zo werd de Hogesluis bij het Amstel Hotel in 1883 verlaagd en voorzien van een dubbele bascule. Voor het tracé van de Paleisstraat naar de Rozengracht werd de Warmoesgracht gedempt en het gedeelte tussen de Keizersgracht en de Westermarkt gesloopt.”
Gooi een bal naar de overkant
Om de schoonheid van de welfbruggen te beschrijven, haalt Frank de woorden aan van Jan de Meijer. “Die toonaangevende architect vindt de stenen welfbrug door haar simpelheid en ware monumentaliteit het meest met de kademuren harmoniserend element. ‘Haar spiegeling in het water is haar volmaking’, schrijft De Meijer.”
De ideale brug heeft volgens Otto Bieligk, een Duits ingenieur die in 1913 schreef over de esthetiek van bruggen, een kromming als de boog van een bal die je over het water gooit. “Zo’n kromming heet een porring”, heeft Frank van de bruggenbouwers geleerd. “Dat woord kende ik al uit mijn werk als architect.”
Boog is beter?
Het basisontwerp voor een welfbrug was al bekend bij de oude Grieken en Romeinen. Zij ontdekten dat een brug of een aquaduct met een ronding veel sterker was dan een brug met rechte delen. Een gelijkmatig belaste boog kent alleen drukkrachten, geen trekspanningen. Vooral voor bruggen van steen is dat een groot voordeel. Tegenwoordig worden bruggen van ander materiaal gemaakt, zoals gewapend beton en staal. Moderne platte bruggen zijn dus net zo sterk als welfbruggen.
Gracht dempen? Mooi niet!
Ook de meeste Amsterdammers zien het liefst een mooie welfbrug. Eind negentiende eeuw vonden de Amsterdammers het jammer dat de binnenstad veranderde door die nieuwe, platte bruggen. Toen het stadsbestuur in 1901 voorstelde om de Reguliersgracht te dempen om ruimte te maken voor al het nieuwe verkeer, waren de rapen gaar. Er werd heftig geprotesteerd. Met succes, de gracht bleef open.
De boog is terug
Vanaf die tijd komen er weer meer welfbruggen in de stad. De Dienst Publieke Werken verving tussen 1945 en 1982 veel ijzeren en stalen liggerbruggen door welfbruggen, met een nieuwe techniek om het zware verkeer te kunnen dragen. Toch raakten platte liggerbruggen niet helemaal uit de mode. Veel ijzeren liggerbruggen over de Keizersgracht werden in die tijd vervangen door welfbruggen, maar de liggerbruggen met de hardstenen balusters op het kruispunt van de Prinsengracht en de Leidsegracht, ontwerp van gemeente-architect Willem Springer, bleven plat.
Aangepakt of aangetast
In 2005 werd de Zaagmolenbrug bij het Marnixbad aangepakt. De platte liggerbrug kreeg een lichte welving. “De lineaalvlakke brug uit 1913 was ontworpen door Joan Melchior van der Mey,” vertelt Frank. “Hij was de esthetisch adviseur van Publieke Werken, grondlegger van de Amsterdamse School en bedenker van het beroemde Scheepvaarthuis.” Is het ontwerp van die iconische ontwerper verbeterd met die nieuwe welving? Frank: “Aangetast, vind ik. Maar rondvaartboten kunnen er nu wel beter onderdoor.”
-
Zware jongensHistorie
-
Natuur in de kademuurDuurzaamheid
1
-
Een stad op palenHistorie
Deel jouw mening