Betrouwbare bruggen
U las het misschien al in het Parool of op amsterdam.nl: door gedegen wetenschappelijk onderzoek hebben we kunnen aantonen dat we veel minder bruggen hoeven te vervangen dan we voorheen dachten. Ingenieurs René Terpstra, Ronald Damstra en Robert Meeuwsen van de gemeente Amsterdam vertellen hoe ze dit voor elkaar hebben gekregen.
De aanleiding voor het onderzoek kwam al rond 2012-2013 langs, weet technisch specialist René Terpstra zich nog te herinneren. “Het team dat de herinrichting van de Vijzelstraat ging voorbereiden, wilde weten of de drie bruggen in de straat nog 30 jaar meekonden of dat we ze moesten vernieuwen.” Rene heeft toen een aantal monsters laten nemen van de houten paalfunderingen onder de bruggen. Bij zo’n monster zie je hoeveel van het hout is aangetast en hoeveel van het hout nog gezond is.
Op basis van die houtmonsters en de toen gangbare interpretatie van de bestaande bouwnormen werd geconcludeerd dat we niet konden garanderen dat de bruggen nog dertig jaar meekonden. Maar ondertussen zagen René en zijn collega’s in de werkelijke wereld dat de bruggen nog steeds stonden, niet alleen in de Vijzelstraat maar overal in de stad. En ook bij de periodieke monitoring werd er geen enkele beweging waargenomen. Dus wat was hier aan de hand?
Voorspellend model
Om die vraag te beantwoorden is er samen met Deltares een onderzoekstraject opgezet om een statistisch model te ontwikkelen waarmee we de draagkracht en de restlevensduur van de funderingen betrouwbaar konden voorspellen voor alle 221 bruggen met een houten paalfundering. “Die bruggen op houten palen vormden de categorie met de oudste bruggen en het grootste risico op bezwijken”, legt René uit. “Dus was het belangrijk om daar eerst onze pijlen op te richten.”
Samen met zijn team heeft René toen ter plekke een proefbelasting uitgevoerd op verschillende palen onder brug 30 in de Vijzelstraat. Vervolgens hebben ze bij de sloop van de brug ook palen uit de bodem getrokken. “Die hebben we in het lab opgemeten en aan allerlei proeven onderworpen”, vertelt René verder. “Dan gaat het over zaken als lengte, diameter aan de kop en aan de punt en natuurlijk de sterkte van de paal.”