IPK: intensief samenwerken, radicaal innoveren
1
In 2018 startten we een traject dat nu ruim 5 jaar later zijn vruchten begint af te werpen: het IPK, oftewel Innovatiepartnerschap Kademuren. Een intensief en langjarig samenwerkingsverband tussen de gemeente en 3 marktpartijen die 3 radicaal nieuwe manieren ontwikkelden om slechte kademuren sneller en slimmer te vervangen, en met meer oog voor de omgeving.
“Eén ding was al duidelijk in 2018, de kademuren stonden er niet best bij. Hoe slecht het allemaal precies was, en hoe groot het probleem was, dat wisten we nog niet”, vertelt de huidige projectmanager IPK Martin van den Berg. “Ik zeg we,” haast hij zich toe te voegen, “maar ik ben zelf pas later ingestapt, in 2020. Maar goed, het was in ieder geval duidelijk dat er snel iets moest gebeuren, en dat de traditionele methoden waarschijnlijk niet toereikend waren. Dus schreven we als gemeente een bijzondere aanbesteding uit, die in Nederland nog niet eerder was toegepast: het innovatiepartnerschap.”
Partners met lef
In die aanbesteding zocht de gemeente drie partners met lef om binnen dit contract samen radicaal nieuwe manieren van kadevervanging te ontwikkelen. Het doel was om oplossingen te ontwikkelen die veel minder hinder en impact zouden hebben op de omgeving, de helft van de doorlooptijd zouden hebben en toepasbaar zouden zijn in het hele centrumgebied van Amsterdam.
Verder was er ook nog de ambitie om dit allemaal tegen de helft van de ‘normale’ kosten te doen. En er waren aanvullende wensen op het gebied van onder meer duurzaamheid en het behoud van bomen. Die moeten we bij traditionele methoden kappen of verplanten als we de kade compleet gaan vervangen.
Maar liefst 16 partijen schreven zich in voor de eerste ronde, 6 partijen gingen door naar de tweede ronde. De 3 partijen die uiteindelijk overbleven waren de combinaties G-Kracht, Koningsgracht en Kade 2.020. Zij kwamen met 3 heel verschillende oplossingen.
G-Kracht fundeert hun nieuwe kademuur op buispalen die ze dwars door de bestaande kademuur boren. Ze boren 2 buispalen van 50 centimeter doorsnee tot in de tweede zandlaag en daarna 4 buispalen tot in de 1e zandlaag, met telkens 25 centimeter daartussen. Die ruimte vullen ze op met kortere buispalen die achter de grote buispalen in de eerste zandlaag worden geschroefd. Deze korte buispalen worden tegen de grote buispalen aangedrukt.
In elke vijfde buispaal zitten gaten en een filtersysteem. Zo ontstaat een wand die gronddicht en tegelijk waterdoorlatend is. Dat laatste is belangrijk om het grondwater op peil te houden en zo de houten palen onder de huizen aan de kade in goede conditie te houden. De constructie met buispalen wordt verstevigd met een stalen gording en verankerd met ankers die in de grond achter de kademuur doorlopen tot net voor de gevels van de huizen.
De paalconstructie wordt aangebracht in een vernuftig, snelwerkend treintje dat bestaat uit 3 onderdelen. De Pilerunner voert de buispalen aan, de Clamp Crane hijst ze op en voert ze in de Gyro Pyler, die ze vervolgens in de grond schroeft. Als de paalconstructie staat, wordt de voorkant van de kademuur verwijderd. Tegen het restant en de buispalen komen prefab betonnen schorten met metselwerk. Als de schorten zijn geplaatst en afgewerkt komt daarbovenop nog een deksteen.
De methode is geluids- en trillingsarm. Tijdens de werkzaamheden kan het verkeer in principe gewoon langs het werk doorrijden. Als er voldoende stroom aan de wal is, kan de kade ook volledig emissieloos gebouwd worden. En als de bomen verder dan 1,30 meter uit de kade staan, kunnen ze tijdens het werk blijven staan.
Kade 2.020 noemt hun oplossing EZ-flow. Het is eigenlijk een omgekeerde L-wand: de voet van de wand staat niet in de grond achter de kademuur richting de huizen, maar vóór de kademuur, schuin aflopend in het water. Die vloer wordt bevestigd aan funderingspalen die vooraf diep in de bodem worden geschroefd, tot in de tweede zandlaag.
EZ-flow werkt met prefab betonnen wanden van elk 5 meter breed. De wanden worden in serie naast elkaar aangebracht. Eerst wordt op een stuk van 5 meter een plak van de voorkant van de bestaande kademuur afgezaagd. Daartegenaan komt de wand. De wanden wegen per stuk meer dan 20 ton en worden aangebracht door een krachtig hefponton: de Krachtpatser. Als een element op zijn plek zit, wordt de voorkant ter plekke opgemetseld - ook onder water, door gebruik te maken van een kleine droogbak.
De methode werkt snel (5 meter per week), zorgt voor weinig geluidsoverlast en is trillingsvrij. Bovendien is er maar heel weinig ruimte achter de bestaande kademuur nodig. Hierdoor kunnen bomen en kabels en leidingen ongemoeid blijven, en kan de weg openblijven voor verkeer.
Koningsgracht heeft voor de Amsterdamse kademuren de SAVE-methode ontwikkeld: Samen Amsterdamse kademuren Vernieuwen. Met deze methode vindt het meeste werk achter de bestaande kademuur plaats. Er wordt een sleufkist in de grond gegraven, tot op de bestaande houten kadevloer. In de sleufkist wordt een nieuwe betonnen onderwatervloer gestort.
Voordat de sleufkist weer uit de grond wordt gehaald, wordt er een tijdelijke stalen keermuur aangebracht. Die houdt de grond erachter tegen, zodat de oude kademuur veilig gesloopt kan worden. Vervolgens wordt de nieuwe betonnen kademuur met prefab metselwerk op palen geplaatst en verbonden met de nieuwe betonnen vloer. Ten slotte worden palen onder de vloer tot in de tweede zandlaag geschroefd.
Met de SAVE-methodiek is het mogelijk bestaande bomen te behouden. In dat geval wordt de kademuur voor de boom vernieuwd en gefundeerd met buispalen en groutankers die in de bodem achter de kademuur worden geschroefd. De bestaande houten vloer wordt op dit deel niet vervangen.
SAVE is een methode waarbij het verkeer op de weg in principe tijdens het werk door kan. Voor het werk is slechts de breedte van de parkeervakken nodig. De oplossing creëert ook een mooie ruimte tussen de nieuwe kademuur en de nieuwe vloer die gebruikt kan worden voor kabels en leidingen en voor nieuwe functies als energieopwekking of wateropslag.
In de volgende animatie zie je hoe de oplossing van Koningsgracht werkt. De methode is inmiddels wel aangpast. In plaats van bigbags maakt Koningsgracht nu gebruik van een stalen keervoorziening: De Amsterdamse kademuren vernieuwen: innovatief, duurzaam, circulair en veilig | BAM Infra Nederland
Website: De Amsterdamse kademuren vernieuwen: innovatief, duurzaam, circulair en veilig | BAM Infra Nederland
Complementaire oplossingen
“Dat die oplossingen zo verschillend waren heeft ons toen echt verrast”, zegt Martin. “Door de vrijheid die ze kregen, hebben ze blijkbaar heel verschillende methoden kunnen bedenken. Methoden die ook nog eens heel mooi complementair aan elkaar zijn. Kade 2.020 werkt voornamelijk vóór de bestaande kademuur, G-Kracht boort er dwars doorheen, en Koningsgracht graaft juist achter de kademuur. Op die manier komen ze ook op verschillende plekken tot hun recht en kunnen we ze op verschillende plekken inzetten. Denk bijvoorbeeld aan een smalle gracht, een smalle kade, kades met een bocht, woonboten of grachten waar veel bomen staan die we willen behouden.”
Van papier naar praktijk
In 3 stappen moesten de partijen hun oplossing van papier naar praktijk brengen. En dat is best een avontuur, kan Martin wel zeggen. “Als je begint, heb je een goed idee dat je al redelijk ver hebt uitgewerkt. Maar dan ben je er nog lang niet. Je moet eerst rekenkundig bewijzen dat de oplossing haalbaar en opschaalbaar is voor de Amsterdamse binnenstad. Vervolgens moet je bepaalde kritische onderdelen van de techniek onder gecontroleerde omstandigheden testen. En tot slot moet je in de laatste fase met een pilot in de praktijk bewijzen dat het echt allemaal werkt zoals bedacht. Op dat traject van idee tot prototype alleen al kom je een hoop hobbels tegen. Je krijgt te maken met allerlei technische uitdagingen, maar ook met regelgeving waar je aan moet voldoen en allerlei factoren die in de omgeving spelen.”
Ondanks al die hobbels is het bij alle 3 de partijen uiteindelijk toch gelukt. Dat had volgens Martin alles te maken met de manier van samenwerken. “Die was echt anders dan anders. We hebben een open en transparante cultuur ontwikkeld, met korte lijnen en directe contacten. Ik zeg altijd ‘IPK dat is niet de gemeente aan de ene kant en de marktpartijen aan de andere kant, maar IPK dat zijn wij met z’n vieren, als gelijkwaardige partners’. Op die manier hebben wij ze ook veel vrijheid kunnen geven om maximaal te innoveren. Bovendien hebben ze ook onderling veel gedeeld en van elkaar geleerd. Dat kon ook omdat ze binnen het contract geen concurrenten van elkaar waren. We hebben daar echt veel winst uit gehaald, ook later tijdens de uitvoering.”
Pilotfase
Eind 2022 waren de 3 partners klaar voor de definitieve lakmoesproef: een pilotproject in de stad. G-Kracht ging aan het werk aan het Singel, Kade 2.020 aan de Lijnbaansgracht en Koningsgracht op de Brouwersgracht. In die pilots moeten ze aantonen dat het prototype van de oplossing ook echt werkt in de praktijk, met alle obstakels die daarbij horen. Zo stuitten ze bij Koningsgracht op de resten van een oude brug in de bodem. Bij Kade 2.020 kregen ze te maken met zinkgaten in de kade. Gelukkig bleek dat die niet door hun toedoen waren ontstaan. En bij G-kracht worstelden ze nog met een oplossing voor de holle ruimtes achter de nieuwe kademuur, om te voorkomen dat de kade achter de kademuur na verloop van tijd zou gaan inklinken.
“Maar over het algemeen ging het heel voorspoedig”, zegt Martin. “G-Kracht heeft de kademuur aan het Singel zonder problemen binnen de tijd en binnen budget vernieuwd. Bij Kade 2.020 zijn ze wat later begonnen en hebben ze het werk wat vaker even stilgelegd om goed te kunnen evalueren hoe het ging en wat mogelijke verbeterpunten waren. Maar de methode werkt nu super. Ook het verwachte boombehoud met deze methode wordt helemaal waargemaakt. Koningsgracht is inmiddels het langste bezig, maar nu de startproblemen hier zijn opgelost, gaan ook zij als een speer!”
Al doende…
Behalve voor toetsing zijn de pilots natuurlijk ook gebruikt om te leren. “Daar zijn ze ook voor bedoeld”, zegt Martin. “De 3 partijen hebben bijvoorbeeld gekeken of ze minder ruimte op het water in beslag kunnen nemen, en hoe ze hun processen kunnen versnellen en optimaliseren. Daarvoor hebben ze het werk ook wel eens stilgelegd. Zo heeft Koningsgracht op een gegeven moment besloten om een andere paalboormethode in te zetten. Dat kostte ze meerdere weken, maar dat levert ze op de lange termijn maanden winst op, en dus minder kosten en minder overlast voor de omgeving, want ze zijn sneller klaar.”
Verder werken 2 van de 3 partijen, Koningsgracht en Kade 2.020, nog niet of niet volledig met dedicated materieel. Ze kunnen hier dus leren wat ze moeten ontwerpen en ontwikkelen om het werk en de processen zo efficiënt mogelijk uit te voeren. Kade 2.020 wil zo naast de Krachtpatser ook een Spierbal bouwen, een vaartuig waarmee ze de kade-elementen ook in de hoeken bij de bruggen vanaf het water kunnen installeren En Koningsgracht kijkt onder meer wat voor kranen of graafmachines het beste werken, en hoe we ze kunnen inzetten om het proces nog verder te optimaliseren.
Minder budget, meer renovatie
Tegelijkertijd kost het ontwikkelen van nieuw materieel veel geld. Dat zijn investeringen die de partijen natuurlijk ook moeten kunnen terugverdienen. En daar zit sinds een paar jaar wel een probleem, volgens Martin. “Met het nieuwe coalitieakkoord heeft de organisatie die binnen de gemeente verantwoordelijk is voor het herstel van de bruggen en kademuren flink moeten inleveren. We moeten het nu met de helft doen van het budget dat we hadden.”
Bovendien zijn er nieuwe technieken om de kademuren beter te monitoren, en worden er aan de hand van nieuwe inzichten ook nieuwe methoden ontwikkeld om kademuren niet volledig te vervangen. In plaats daarvan kunnen we in de toekomst vaker kiezen om ze te renoveren, zodat ze nog minstens 30 jaar mee kunnen. “Al met al betekent dat dat er minder geld en minder noodzaak is om kademuren volledig te slopen en vervangen”, legt Martin uit. “Tenminste, niet in zulke grote hoeveelheden als we zo’n 5 jaar geleden nog dachten.”
Contracten
Dit heeft ook zijn weerslag in de contracten voor het vervolg van de samenwerking met de drie combinaties. Als de 3 combinaties zoals verwacht alle drie de eerste eindtoets doorstaan – G-Kracht is in ieder geval al door – dan is het aantal meters kademuur dat ze toebedeeld krijgen beduidend lager dan wat een aantal jaar geleden nog de verwachting was.
“Het aantal meters ligt nu net boven de ondergrens van wat hen eerder in het vooruitzicht is gesteld. En dat is best een teleurstelling voor de 3 partijen”, vertelt Martin. “Het is goed uit te leggen vanuit het algemeen belang dat wij als gemeente moeten dienen, maar vanuit mijn rol als projectmanager IPK vind ik het een heel lastige boodschap.” Desondanks zijn de 3 partijen volgens hem heel goed omgegaan met dit minder fijne nieuws. “Ik denk dat ook hier de goede relatie en het onderlinge vertrouwen dat we in de afgelopen jaren hebben opgebouwd een grote rol speelt.”
Toekomstperspectief
Het worden dus minder meters dan verwacht, maar dat wil niet zeggen dat de 3 partijen stil blijven zitten. Martin: “Ze bieden al veel meer kwaliteit als het gaat om boombehoud en de woonboten. En ze gaan hun methoden ook nog verder doorontwikkelen en optimaliseren om slimmer, duurzamer en efficiënter te werken.
“Bijvoorbeeld door meer elektrisch te werken en met minder gebruik van staal en beton. Dat is tegelijkertijd ook goedkoper. In overleg met de gemeente wordt er zelfs weer nagedacht over het gebruik van hout in de constructies. En ze onderzoeken mogelijkheden om hun eigen oplossingen ook in te zetten voor renovatie of te combineren met andere renovatiemethoden.
“En last but not least, de cultuur van openheid en samenwerken die het IPK kenmerkt willen we natuurlijk ook koesteren. Die cultuur is juist heel belangrijk geweest voor de innovaties die we binnen dit traject hebben opgeleverd. En die zal juist in de toekomst van grote waarde kunnen zijn voor de gemeente.”
-
'We gingen als een komeet'Techniek
1
-
Een radicaal nieuwe oplossingTechniek
-
'Dit triggert je als techneut’Techniek
Deel jouw mening
Vele bewoners zijn blij te vernemen, dat kadewanden nu hersteld gaan worden met behoud van bomen. Vele grachten missen bomen, omdat deze gekapt zijn vanwege iepenziekte of (vaak ten onrechte aangemerkt) gevaar. De vraag is of in de tussentijd, wachtend op herstel van de kadewand niet al bomen geplant kunnen worden. Al die kale grachten wachtend op kadewandherstel liggen er onnodig kaal bij. namens de werkgroep bomen van het Comite Westelijke Grachtengordel e.o.
1 reacties
Dank voor uw interesse en vraag. Bomen kappen doen we alleen als het echt niet anders kan. Op een aantal plekken in de stad zijn bomen gekapt vanwege de Iepenziekte. Dat is bijvoorbeeld zou op de Brouwersgracht, op een deel waar we ook kademuren gaan vervangen (huisnummers toevoegen BRG0501). Omdat we verwachten hier op niet al te lange termijn aan de slag te zijn wachten we met het terug planten van bomen. Zo kunnen we de nieuwe bomen straks ook meer ruimte en goede grond geven zodat deze de optimale condities heeft om oud en sterk te worden. Op andere plekken zijn bomen gekapt omdat daar op basis van meetgegevens een inschatting is gemaakt dat de kademuur te instabiel is. Als een kademuur wankel is, dan is er ook een vergroot instortingsgevaar voor de boom. Op dit moment is nog onduidelijk in hoeverre een boom krachten uitoefent die instorting kan versnellen. We hopen binnenkort proeven te doen die ons daar meer informatie geven. Tot dat daar uitsluitsel over is blijft het een inschatting van constructeurs over de veiligheid. Als gemeente staat veiligheid van onze bewoners, ondernemers en bezoekers voorop. Daar kunnen wij geen concessies in doen. Het terugplaatsen van bomen is daarom maatwerk per gracht, daar kunnen we geen algemene uitspraken over doen. Per gracht moet worden bekeken wat de reden voor kap is geweest en wat de plannen zijn voor de gracht. Als u hier verder over wilt praten dan kunt u contact opnemen met Angela Nijland, via angela.nijland@amsterdam.nl of 06-282 49 786