'Mijn werk is onzichtbaar'
Een timmerman timmert, een lasser last en de betonstorters storten beton, maar wat doet een voorman eigenlijk? Iedereen aan het werk houden, zegt Rogier Klop. Hij begeleidt als voorman de werkzaamheden aan de Houtmankade. “De buren vinden het jammer dat we de schermen hebben geplaatst, nu kunnen ze niet meer zien wat we doen.”
Zijn werkdag begint vroeg, achterlijk vroeg zegt hij zelf. “Om half zeven zit ik op de fiets hier naartoe. We beginnen de dag met een kop koffie en overleg met de hele ploeg. Wat gaat er die dag gebeuren, welke werkzaamheden komen eraan, zijn er problemen? Om zeven uur gaan we echt van start.” Vanaf dat moment is Rogier de hele dag in touw. Een geul graven voor die elektriciteitskabel? Geen probleem, doet hij straks wel even. Na het controleren welke apparatuur er nu op zijn werk staat en regelen dat over een paar weken die betonvlechters aan de slag kunnen. Planning onder zijn arm, mobiele telefoon in de aanslag: als voorman is hij de verbindende factor tussen alle mensen op het werk. Hij zorgt ervoor dat iedereen precies weet wat er wanneer moet gebeuren.
Eigenaardigheden
Deze baan in de bouw ontdekte hij min of meer toevallig. “In het Parool las ik dat aannemer Van Steenwijk nog mensen zocht. Een echt Amsterdams bedrijf, dat past bij me. Ik belde en ze vroegen: kun je morgen beginnen?” Rogier moest wel een opleiding volgen, want ervaring in de bouw had hij niet. Dat diploma is in de pocket, maar het meeste leer je toch in de praktijk, weet hij inmiddels. “Voor zo’n nieuw project als het werk aan de bruggen en kades bestaat geen lesmateriaal. En omgaan met al die verschillende types op een bouwplaats leer je ook niet op school.” Elke discipline heeft zo z’n eigenaardigheden, weet Rogier inmiddels. “De ploeg die nu het heiwerk doet, moet je niet vragen voor een klusje op de millimeter. Maar die gigantische heipalen krijgen ze de grond wel in. Betonvlechters zijn ook weer een slag apart. Hard werken, niet zeuren. Hun planning is heel strak en die halen ze altijd.”
Treintje
Zijn werk als voorman past perfect bij hem. “Afwisseling, actie. Daar hou ik van. Zoals het beton storten, wat we over een paar weken gaan doen. We moeten een continue stroom van aan- en afvoer regelen, want beton hardt natuurlijk uit. Mijn collega Paul staat dan op de plek waar het beton op de schepen wordt geladen, ik blijf hier in de gaten houden of alles goed gaat.” Alle materialen worden via het water vervoerd, om de overlast voor de buurt beperkt te houden. Daarom zijn ook geluidsmaatregelen getroffen. Zo zorgt een speciale kist bekleed met rubberen matten ervoor dat je de herrie van de pomp bijna niet hoort. “Terwijl we hier vlak bij het spoor staan, dat tien keer zoveel geluid maakt.”
Om geluid van de machines af te schermen, zijn er ook geluidswerende matten aan de afzetting vastgemaakt. “Waarschijnlijk zijn de buren daar blij mee, maar het is jammer dat ze door die matten niet meer kunnen meekijken met wat er allemaal gebeurt. Mensen vinden het prachtig om te zien wat we doen. Mijn vader woont hier in de buurt, die komt ook regelmatig kijken.”
Gelukkig heeft Rogier meestal wel tijd om wat uit te leggen of aan te wijzen. Zo blijft de verstandhouding in de buurt goed. “Ook met de bouwvakkers die hier vlakbij in de buurt aan het werk zijn, hou ik contact. Handig, dan lopen we elkaar niet voor de voeten.”
Onder de stenen
De damwanden, het beton, die palen: het verdwijnt straks allemaal onder een dikke laag zand en stenen. Jammer, vindt Rogier. “Het zou mooier zijn als we zichtwerk konden doen. Dan heb je toch meer eer van je werk. We zorgen er nu voor dat deze kade er weer minimaal 100 jaar tegen kan, maar als ik hier volgend jaar voorbij fiets, is alles wat we hebben gedaan volkomen onzichtbaar.”
Boren, niet dreunen
In september begonnen de werkzaamheden aan de Houtmankade. Op dit moment gaan de heipalen voor de nieuwe kademuren de grond in. Dat gaat zo goed als geruisloos, dankzij een nieuwe werkwijze. “Ze worden erin geschroefd met een gigantische boor,” wijst Rogier aan. De grote machine draait de 10 meter lange metalen buizen stuk voor stuk naar beneden, tot ze nog maar een meter boven de grond uitsteken. Daarna wordt een andere buis er precies boven gepositioneerd, een lasser maakt ze aan elkaar vast en dan gaat de boor weer draaien. Rogier: “We voeren alle materialen aan via het water. Buizen van 20 meter zijn daarvoor te lang, dus gebruiken we er 2 van 10 meter. Als alles meezit, gaan er 5 tot 7 buizen per dag de grond in. Soms botsen we op oude houten heipalen of een grote kei in de ondergrond. Dan duurt het langer.”
Bekijk ook
-
De Mokumse bruggenjagerStad
1
-
Mooi metselwerk man!Stad
Deel jouw mening